R. Tagore

ONEINDIGE LIEFDE

Het lijkt alsof ik je bemind heb
in tal van gedaanten, talloze keren,
in leven na leven, in eeuwen na eeuwen,
voor eeuwig.
Mijn betoverde hart knoopte en herknoopte
een halssnoer van zangen
dat je aanvaardt als een geschenk, draagt rond je hals
in je vele gedaanten
van leven na leven, in eeuwen na eeuwen,
voor eeuwig.

Telkens wanneer ik oude liefdeskronieken hoor,
hun eeuwenoude pijn,
hun oeroud verhaal van nu eens gescheiden,
dan weer samen zijn,
wanneer ik almaar door staar naar het verleden,
verschijn je tenslotte omkranst met het licht
van een poolster die door het tijdsdonker breekt:
jij wordt een beeld van wat herinnerd is
voor eeuwig.

Jij en ik dreven hier op de stroom
die van de bron tot in het hart van de tijd
de liefde van de ene voor de andere overbrengt.
Wij speelden aan de zijde van miljoenen verliefden,
deelden in dezelfde schuchtere zoetheid van de ontmoeting,
dezelfde jammerklachten van vaarwel;
oude liefde, maar in een vorm
die zich vernieuwde en vernieuwde
voor eeuwig.

Vandaag heeft zij zich opgehoopt aan je voeten,
vond zij haar einde in jou, de liefde van de hele mensheid
evenzeer van vroeger als voor eeuwig:
alomvattende vreugde, alomvattend verdriet, alomvattend leven,
de herinneringen van alle liefdes ooit
verenigen zich in die ene van ons
en in de zangen van iedere dichter,
evenzeer van vroeger als
voor eeuwig.

R. Tagore.